Pulled Pork
Pulled pork is een heerlijk gerecht dat geliefd is bij vleeseters en pitmasters. Gemaakt van langzaam gegaarde varkensschouder of procereur, is dit overheerlijke gerecht sappig, smaakvol en veelzijdig, waardoor het de perfecte keuze is voor een barbecue. Er is alleen één nadeel, je hebt er wel de tijd voor nodig. Ook zijn je eigen wensen en voorkeuren belangrijk. De één houd van een donkere harde “bark” en een ander houd weer van veel saus. Zelf ben ik van een meer neutrale vleessmaak maar kan ik ook wel genieten van de andere varianten
Het geheim:
Het geheim tot het maken van heerlijke pulled pork is om het langzaam te bereiden. Door langzaam te garen kunnen de smaken van de rub en de rook in het vlees doordringen en wordt het taaie bindweefsel afgebroken, wat resulteert in sappig en mals varkensvlees dat gemakkelijk met een vork uit elkaar valt.
Wat betekent pulled?
Als het vlees gaar is en je hebt nog even het laten rusten is het tijd om het in sappige stukjes te “pullen”. Hier begint het plezier mee want met stoere “bear claws” trek je het vlees uit elkaar wat natuurlijk als man zijn leuk is om te doen. Daarna kan je genieten van elke hap pulled pork wat doordrenkt is met de smaken van je rub en saus.Â
Maar daar houdt het plezier niet op. Pulled pork kan op verschillende manieren worden geserveerd, waardoor het een veelzijdig gerecht is dat naar eigen smaak en voorkeur kan worden aangepast. Het kan worden geserveerd op een witte bolletje met koolsla, gebakken bonen of maïsbrood. Of als hoofdgerecht met bijvoorbeeld patat. Je kan dan een ” loaded fries” serveren voor je gasten of familie.Â
Kortom, pulled pork is een waar genot voor de zintuigen. Of je nu een barbecue-kenner bent of gewoon een gewone liefhebber, dit gerecht zal zeker je honger stillen en naar meer verlangen. Probeer het eens met onderstaande recept die ik zelf vaak toepas voor Pulled Pork.
Ingrediënten:
- 2 – 3 kilo procereur
- BBQ rub naar keuze
- 200 ml Appelsap (ik gebruik troebel)
- 60 ml Appelcider azijn
- 40 ml Ahornsiroop
- BBQ marinade naar keuze
Benodigdheden:
- Barbecue met indirecte zone
- Kwast
- Aluminium folie
- Thermometer
- Bear claws
- Injecteernaald
Zo maak je het:
- Haal je procereur uit de verpakking en snij de grote delen van het vet weg.Â
- Kijk of er nog losse of harde stukjes op zit en snij deze weg.
- Injecteer het vlees met een mix van appelsap, ahornsiroop en appelcider azijn. Tijdens het injecteren kan je langzaam de naald eruit halen om het sap meer te laten spreiden. Laat het vlees nu een aantal uur rusten in de ijskast.Â
- Haal je vlees uit de koelkast en dep het vlees droog met keukenpapier of een doek.
- Wrijf wat van de rub op het vlees en doe dit rondom (ook de onderkant)
- Bereid je barbecue of kamado voor op indirect grillen op 100°C.Â
- Als je met houtskool of briketten aan de slag gaat kan je ook nog een paar rook chunks toevoegen voor. Zet deze niet direct op de hittebron maar doe ze elk iets verder weg. Zo creëer je een continue rook afgifte.Â
- Leg je Procereur op het midden van het rooster. Als je een wat kleinere barbecue of kamado hebt moet je goed kijken of er geen stukken “direct” worden gegaard.Â
- Steek je thermometer goed in de kern. Ik zelf gebruikte een Inkbird IBBQ-4BW en heb met twee probes in het vlees gemeten en één meter op het rooster.Â
- Laat nu liggen op het rooster tot de kern van het vlees 74°C heeft bereikt. Mijn thermometer geeft een melding via de app maar als je dat niet hebt kan je het na 3 uur even opmeten.Â
- Nu volg ik vaak de zelfde stappen als bij spareribs en dat is om het uur even sprayen met een mix van appelsap, ahornsiroop en appelcider azijn. Dit zorgt ervoor dat het vlees niet uitdroogt en dat het vlees lekker mals blijft.Â
- Als de kern van het vlees 74°C is smeer je het in met de marinade.
- Laat het vlees nu verder garen en het resultaat is dat je een mooie bark krijgt. Natuurlijk kan je dit zelf beïnvloeden door het gebruik van andere soort marinades of ingrediënten. Dit zou ongeveer een half uur moeten duren.Â
- Haal het vlees van de barbecue en pak deze in met folie of butcherpapier en voeg een scheut appelsap en ahornsiroop toe.
- Leg het vlees weer terug op de barbecue tot een kern is bereik van 94 °C.
- Haal het procereur van de barbecue als het vlees de 94°C heeft bereikt of dat je met een sateprikker er soepel in kan prikken zonder weerstand. let op dat je aan de bovenkant prikt en niet onder anders lekt al het lekkere vocht eruit.Â
- Als de procereur van de barbecue komt haal eerst voorzichtig het vocht eruit en bewaar dit goed. Pak daarna de procereur weer in en laat het één uur rusten onder een handdoek of koelbox.Â
- Na een uur is het tijd om te gaan “pullen”. Pak je procereur uit ga lekker los met de “Bear claws”. Trek het vlees uit elkaar en leg in een schaal. Voeg de vocht die je eerder eruit hebt gehaald toe en als laatste kan je nog wat barbecuesaus toevoegen.Â
- Smullen maar! Je kan de Pulled Pork serveren op een wit broodje met coleslaw of op loaded fries. Uiteraard kan je het de volgende dag nog heerlijk eten.Â